“There is a crack, a crack in everything / That’s how the light gets in”, zong de legendarische Canadese zanger en dichter Leonard Cohen in zijn liedje Anthem (1992). Streven naar perfectie heeft weinig zin, zei Cohen, want het leven bestaat nu eenmaal uit verandering en verval. Toch is er altijd hoop, en juist de imperfecties in wat we doen en maken moeten we omarmen; het zijn de beschadigingen en gebreken die een persoon of een object karakter geven.
Ook al wordt in onze westerse maatschappij vooral het ‘niet-gescheurde’ en perfecte gevierd, Karolina Howorko viel het op dat het omarmen van het gescheurde en imperfecte heel vanzelfsprekend is in bijvoorbeeld kintsugi, de Japanse kunst van het repareren van gebroken keramiek met goud- of zilverkleurige lak. De eeuwenoude filosofie achter deze werkwijze is dat barsten juist de geschiedenis van het object laten zien, dat ze fungeren als (waarschuwings)teken voor grote krachten die er invloed op uitoefenen en dat ze unieke en prachtige patronen op een voorwerp laten ontstaan – in de woorden van de dichter, ze laten het licht binnen.
Net zoals Japanse ambachtslieden dat vroeger deden, maakt Howorko van de scheuren in de Montelbaanstoren (1516) een kunstwerk. Met dia’s, kleurenfilters en lampen creëert ze oplichtende scheuren die zich langzaam verspreiden over de oppervlakte, alsof ze een stukje van een verborgen verhaal in de toren zichtbaar maken. Voor Howorko symboliseert de toren iets veel groters: de enorme krachten in onze huidige samenleving, die ervoor zorgen dat klimaatstelsels, instituten, aannames en tradities schudden op hun grondvesten, scheuren en soms zelfs instorten. Het verbeelden van die ‘beschadigingen’ benadrukt het belang van de transformaties die ze in gang zetten, net als de mogelijkheden die ontstaan als er gerepareerd of vervangen wordt, en misschien geeft het ons zelfs zicht op een nieuwe wereld.