Neon

"In 1856 creëerde glasblazer Heinrich Geißler de voorloper van het neonlicht. Geißler leerde het vak van glasblazen van zijn vader Georg."

In deze serie bespreken we verschillende soorten lichtbronnen; hoe ze zijn ontstaan en hoe ze door de loop van tijd zijn ontwikkeld. Ook laten we zien hoe kunstenaars de diverse soorten licht(bronnen) hebben gebruikt om lichtkunst mee te maken, over de afgelopen twaalf jaar Amsterdam Light Festival. In dit artikel komt neon aan bod.

In 1856 creëerde glasblazer Heinrich Geißler de voorloper van het neonlicht: de Geisslerbuis. Geißler leerde het vak van glasblazen van zijn vader Georg, die een innovatieve glasblazer was. Hierbij werden elektroden aan beide uiteinden van een buis gevuld met geleidend gas, die op deze manier licht uitstraalden. De elektroden ontdoen het gasatoom van een elektron en creëren zo een gesloten circuit, waardoor externe energie op het gasatoom kan worden toegepast. Het atoom komt in een aangeslagen toestand. Aangezien atomen niet graag in een aangeslagen toestand verkeren, geven ze energie af om weer normaal te worden. Zo komt een fotonlicht vrij.

Ondanks het feit dat we alle lampen van dit type neon noemen, gebruiken ze niet allemaal neongas. Verschillende gassen geven fotonen af met verschillende frequenties, waardoor ze een kleur krijgen. Neon is van nature rood/oranje, maar andere edelgassen en chemicaliën zorgen voor alle andere kleuren die we vaak in neonlampen zien.

Tijdens Editie 3 presenteerde Tropism het kunstwerk This is it, be here now als een ode aan de prachtige kunst van neonborden. Tijdens Editie 7 maakte Jeroen Henneman een limited edition bureaulamp van neon, genaamd One Lamp.

THIS IS IT ONE LAMP