We denken vaak aan licht als iets onmiddellijks. Je drukt op een schakelaar, en het verschijnt in een oogwenk. Toch heeft licht tijd nodig om ons te bereiken – het beweegt met een bepaalde snelheid. Die snelheid is zo groot dat we het tijdverschil niet waarnemen.
Wanneer we naar de sterren kijken, worden die afstanden pas echt voelbaar. Het licht dat we zien, vertrok duizenden jaren geleden – van sterren die misschien allang niet meer bestaan. Met andere woorden: al het licht dat we zien, komt uit het verleden.