Misschien wel met het aansturen van de lichtlijnen van Har Hollands, die de constructie van de giek (de ‘arm’) van de kraan precies volgen. De zachtgele lijnen lichten afwisselend op en vormen met elkaar steeds andere ruimtelijke patronen. Zo ontregelen ze de bekende structuur van de kraan op een verrassende manier, en transformeren het oude industriële monument opeens tot een lichtkunstwerk.
De kraan uit 1951 staat nu werkloos op de kade, maar dat was vroeger wel anders. Nog tot in de jaren ’70 tilde hij, samen met een aantal andere kranen, goederen in en uit schepen die vervolgens met een kar of een steekwagen verder werden vervoerd. Die goederen werden opgeslagen in de vele pakhuizen langs de kade, waarvan de eersten al in de vroege 18e eeuw verrezen. Na een lange periode van verval werden de pakhuizen vanaf de jaren ‘80 verbouwd tot woningen, en alleen de kraan getuigt nog van de vroegere bedrijvigheid in het gebied.
Dat die kraan meer kan zijn dan een gepensioneerde machine laat Hollands met Between the Lines duidelijk zien. Elementen en ritmes in de stedelijk bebouwing, die overdag onopgemerkt opgaan in de omgeving, vormen voor Hollands steeds weer het uitgangspunt voor een magisch lichtspel. De stad komt zo op een nieuwe manier tot leven in ‘het domein van de fantasie’, zoals Hollands de nacht mooi omschrijft.