“Deze plek is een boodschap…en onderdeel van een systeem van boodschappen…besteed er aandacht aan! Het versturen van deze boodschap was belangrijk voor ons. We beschouwden onszelf als een belangrijke beschaving.” Zou jij begrijpen waar je bent beland als je een tekst leest die zo begint? Waarschijnlijk niet, en dat is ook niet gek.
Deze mysterieuze tekst langs de gracht, die Piet Hume samen met de Duitse typograaf Oliver Kolibabka ontwierp, is oorspronkelijk opgesteld in 1981 door een speciale wetenschappelijke werkgroep, het Futures Panel. Dit panel werd opgericht door het Amerikaanse Ministerie voor Energie, om te bedenken hoe (toekomstige) indringers konden worden afgeschrikt om de verschillende ondergrondse opslagplaatsen voor nucleair afval in het land binnen te gaan. Het radioactieve afval zal er tenslotte 10.000 jaar blijven liggen en vormt al die tijd een groot gevaar voor onze gezondheid. Het Futures Panel zocht onder andere naar een universele taal (nuclear semiotics) waarmee ze iedereen – niet alleen mensen uit andere landen maar ook die in de verre toekomst – duidelijk zouden kunnen maken dat zo’n opslag een gevaarlijke plek is.
Ironisch genoeg leverde hun onderzoek berichten op die raadselachtig en zelfs een beetje duister zijn, zoals 'Ode aan de mol' laat zien. Het is dan ook toepasselijk dat de teksten spookachtig oplichten op panelen, als witte letters op een donker beeldscherm in een geheim kantoor of laboratorium, los van de realiteit. Hume roept met dit kunstwerk vragen op over de manier waarop we tot in de toekomst kunnen communiceren over problemen die langer blijven bestaan dan onze eigen generatie of beschaving, maar ook over de gevaren van historicisme. In ons digitale, verbonden tijdperk is het onderscheid tussen echt en fictief en tussen feit en leugen (of ‘alternatieve feiten’) al steeds lastiger te maken – hoe zal dat in de toekomst zijn?