De koning hoopte dat het de Amsterdamse economie zou stimuleren. Bestaande 18e-eeuwse pakhuizen werden toen aangekocht en de weinige woningen gesloopt. De gracht werd uitgediept en er kwam een brede sluis voor de grote zeeschepen. Een muur werd opgetrokken, zodat niemand vanuit de stad in het gebied kon komen, dan door de poort met administratiegebouw, die door de douane streng werd bewaakt. In 1846 kwam er een spoorlijntje voor goederenvervoer vanaf het Weesperpoortstation. De huidige fietsbrug in de hoek met de Plantage Muidergracht herinnert nog aan dat tracé.
In 1988 kreeg architectenbureau Van Stigt de Nationale Renovatieprijs en de Europa Nostraprijs voor de restauratie en herbestemming van pakhuizen aan het Entrepotdok. Van Stigt had 84 pakhuizen, met de namen ‘Bergen op Zoom’ tot ‘Zutphen’, vindingrijk tot ca.400 woningen weten om te bouwen, met werkplaatsen, ateliers en parkeerruimte. Begin jaren ’70 zouden ze nog worden gesloopt. Aanwijzing tot rijksmonument had dat voorkomen, met het inzicht dat afbraak verspilling is. Wethouder Lammers had in 1975 dure koopwoningen in gedachten. Protesten vanuit de buurt volgden. Het ‘Kadijkencomité’ streefde naar een Entrepotdok met een uniek karakter, waar jonge, creatieve mensen zouden wonen, werken en plezier maken. De pakhuizen boden ruimte om die wens te vervullen. Jan Schaefer, vanaf 1978 wethouder volkshuisvesting, begreep het: bouwen doe je mét de buurt. Joop van Stigt overlegde veelvuldig met het buurtcomité over hun ideeën. De diepe pakhuizen werden in het midden, boven kelder en begane grond over de volledige lengte uitgebroken. In de lichte hof die ontstond en de straatnaam ‘Binnenkadijken’ kreeg, kwamen de toegangen tot de woningen, hun buitenruimtes en wat openbare pleintjes. Onder de houten kappen kregen woongroepen en ateliers een plek. De donkere begane grond was geschikt voor bedrijfjes en de kelder bood prima bescherming voor auto’s en fietsen.
Het kostte minder dan nieuwbouw in een stadsvernieuwingsgebied. Woningbouwvereniging De Dageraad nam het beheer en de verhuur op zich. De pakhuizen van Van Stigt zijn het grootste woningwetmonument van Europa. Kraken was in 1986 legaal geworden, maar werd in 1993 weer strafbaar. Toch werden in 1999 nog de zogenaamde Kalenderpanden aan het Entrepotdok gekraakt. Eerdere toezeggingen van de gemeente om hier woningen en creatieve broedplaatsen te realiseren, werden niet nagekomen. De gemeente had het complex inmiddels aan een ontwikkelaar verkocht. Hoe hevig de rellen bij de ontruiming ook waren, de verkoop ging door. Om meer licht in de woningen te krijgen en ruimte voor tuinen en balkons, maar tegelijk aanzien en karakter van de pakhuizen te bewaren, verwijderde architectenbureau Claus en Kaan een strook achter de achtergevel. De balken bleven in het zicht en steile houten trappen herinnerden aan ladders in pakhuizen. Op het eerste gezicht verraadt het complex niet dat het nu een stadspaleis voor de hoogste inkomensgroepen is; de monumentale pakhuizenwand bleef intact. Maar ’s avonds straalt licht uit wat ooit laadplekken en ventilatieopeningen waren en terrasjes vullen de kade. Wat blijft, verandert ook voortdurend.
DIT STADSVEHAAL WORDT ONDERSTEUND EN VERLICHT DOOR: iGuzzini