De mannetjes uit het alledaagse voetgangerslicht (eentje rood, eentje groen), waar we allemaal wel eens ongeduldig voor staan te wachten, zijn in de installatie Strangers in the Light meer dan pictogrammen.
Kunstenaars Victor Engbers en Ina Smits, die samen meerdere grote installaties hebben gemaakt voor festivals en tentoonstellingen, hebben de mannetjes uitvergroot tot sculpturen van wel 6 meter hoog. Daarmee hebben ze hun oorspronkelijke functie – jou vertellen of je mag oversteken, of dat je moet wachten – verloren.
De mannetjes worden personages in een eigen verhaal: tot leven gekomen en ontsnapt uit hun ‘zwarte doos’ ontmoeten ze elkaar op de Herengracht voor het eerst. Want wanneer er eentje verscheen, verdween de ander, en zo ontglipten ze elkaar gevangen in het stoplicht steeds weer. Wie weet raken ze nu eindelijk bevriend of kan er zelfs een romance ontstaan, zoals Frank Sinatra het bezong in het liedje dat de titel van dit werk inspireerde: We were strangers in the night / Up to the moment when we said our first hello / Little did we know / Love was just a glance away, a warm embracing dance away.
Maar de figuren van Engbers en Smits laten ook iets anders zien: hoe belangrijk het licht is waaruit ze bestaan. Het groene en rode licht, dat al sinds het begin van de 20e eeuw wereldwijd in stoplichten wordt gebruikt, is een essentieel communicatiemiddel op de weg, het spoor en het water. Het bepaalt niet alleen het tempo waarop we ons als individu door en tussen steden en dorpen bewegen, maar ‘dirigeert’ ook mensenstromen in het algemeen. Zo zorgen lichtsignalen voor veiligheid en orde in een wereld waarin we steeds mobieler zijn en vaker verder reizen. Tegelijkertijd kan dat, toegegeven, soms best dwingend zijn.